Voetbal in Madrid is meer dan Real en Atlético: het verhaal van Rayo Vallecano en Getafe

Afgelopen weekend was er de Madrileense derby. Hoezo de Madrileense derby? In de Spaanse hoofdstad draait het vooral om Real en Atlético Madrid, maar Madrileens voetbal is veel meer dan Los Blancos en Los Rojiblancos. Alleen al in de Primera Divisíón spelen vier Madrileense clubs.

Real en Atlético Madrid hoeven we u natuurlijk niet voor te stellen. De twee andere clubs uit de Spaanse hoofdstad zijn net iets minder bekend. Rayo Vallecano en Getafe zijn clubs uit de rechterkolom, die momenteel strijden om het behoud in de hoogste klasse.

Rayo Vallecano

Rayo Vallecano staat voor spektakel. Op alle vlakken. Dat begint al met de coach. Paco Jémez is wellicht de meest flamboyante coach uit de Primera División. Een man met duidelijke ideeën, die geen blad voor de mond neemt. Een man met potentieel, die zelfs al eens genoemd wordt als toekomstige Real-coach.

Op het veld lijkt alles mogelijk in de wedstrijden van Rayo Vallecano. De ploeg uit Vallecas verloor in het Benitez-tijdperk met 10-2 van Real Madrid in een wedstrijd waar scha en schande over werd gesproken. Rayo eindigde de partij toen met negen man, nadat het eerst nog op voorsprong was gekomen in Bernabeu. Dat ze uit zijn op revanche wanneer Real op bezoek komt, hoeft geen betoog. 

In elk geval is de kans op doelpunten erg groot als je naar een wedstrijd van Rayo Vallecano gaat. Na Real Madrid en Barcelona is er geen enkel team met een groter aantal doelpunten. Al gaat het in tegenstelling tot de grootmachten vooral om tegengoals: 58 tegenover 37. Zelfs als je de twaalf doelpunten uit Bernabeu buiten beschouwing staat, is Rayo na Real en Barça nog altijd het team met de grootste garantie op goals.

Spektakel is natuurlijk veel meer dan alleen maar doelpunten. Rayo Vallecano is regelmatig ook goed voor een remonte. Zo slaagden ze er de voorbije weken bijvoorbeeld tegen beide teams uit Sevilla in om een 0-2 achterstand goed te maken en nog een 2-2 gelijkspel uit de brand te slepen. Behoorlijk straf.

Last but not least zijn er nog de fans van Rayo Vallecano. Rayo is de ploeg van Vallecas, een buurt in het oosten van Madrid, die ook wel eens de Republiek Vallecas genoemd wordt. De verbondenheid tussen deze buurt en de club is ongetwijfeld uniek te noemen op het hoogste niveau. De aanhang heeft een uitgesproken linkse en anti-fascistische oriëntering. Dat uit zich bijvoorbeeld in de aanwezigheid van vlaggen van Ché Guevara in het publiek of het zingen van de Marseillaise.

Getafe

Terwijl Rayo pas sinds 2011 terug is op het hoogste niveau, is Getafe al sinds 2004 een vaste waarde in de Primera División. Hoogtepunten zijn er zelden, al mocht de club wel al twee keer proeven van Europees voetbal. Terwijl Getafe dit seizoen een rustig seizoen leek te gaan draaien, zien ze momenteel het degradatiespook opdoemen. Na zeven nederlagen op rij zijn ze helemaal weggezakt in het klassement.

Tegen de topclubs kan Getafe wél af en toe voor een uitschieter zorgen. Al is het intussen alweer van 2012 geleden dat een echte topmatch, toen tegen Real Madrid, gewonnen werd. De jaarlijkse hoogtepunten zijn sowieso de derby’s tegen Real en Atlético, en de confrontatie met FC Barcelona. Getafe staat niet meteen bekend om zijn grote supportersaanhang, maar voor deze partijen loopt het Coliseum Alfonso Peréz, met een capaciteit van 17 700 toeschouwers, wel vol.

Al is de aanhang van Getafe dan eerder beperkt, een goed gevoel voor humor hebben ze wel bij Los Azulones. Zo lanceerde de club vorig jaar een oproep aan de fans om zich te vermenigvuldigen zodat “er meer fans zouden zijn in de toekomst”. Daarvoor werd een app “Getafinder”, vergelijkbaar met Tinder, gelanceerd. Benieuwd of het zal werken…