Mocht u het gemist hebben: in de Franse competitie heeft PSG afgelopen weekend verloren. Dat is op zich al bijzonder groot nieuws. Want PSG verliest alleen in Europa. In eigen land zijn ze buiten categorie, erbuiten nog net niet goed genoeg. De voorbije drie seizoenen werden de Parijzenaren landskampioen, en dit jaar zijn ze met de vingers in de neus op weg naar een vierde opeenvolgende titel.
Na de nederlaag van afgelopen weekend is de voorsprong op de eerste achtervolger nu nog 23 punten. En dat op tien speeldagen van het einde. De champagne mag dus stilaan koud gezet worden in Parijs. Tenzij PSG er nu plots een gewoonte van gaat maken te verliezen, mag het de titel ergens deze maand vieren.
De hegemonie van de ploeg van Laurent Blanc in de Ligue 1 is ronduit indrukwekkend en is gebaseerd op twee elementen: de eigen onoverwinnelijkheid en de zwakte van de tegenstand. De 2-1 nederlaag tegen Olympique Lyon was de eerste van het seizoen. Voordien had PSG 23 wedstrijden gewonnen en slechts vier keer gelijkgespeeld, waarvan twee keer in september. Een dipje was dat: twee wedstrijden op rij kwam de toekomstige kampioen niet verder dan een draw.
Al steekt PSG er met kop en schouders bovenuit, echte monsterzeges vallen er zelden te noteren. De grootste zege was de 5-0 tegen Toulouse. Clubs als Bayern München (2,52), Real Madrid (2,73) en FC Barcelona (2,65) kunnen een iets beter gemiddelde voorleggen dan PSG (2,42) qua gemiddeld aantal gescoorde doelpunten per wedstrijd. In Frankrijk staan Monaco, Lyon en Lorient op een gedeelde tweede plaats in deze rangschikking, met een gemiddelde van 1,42 doelpunten per match. Eén doelpunt verschil dus.
De grote man bij de Franse landskampioen is natuurlijk Zlatan Ibrahimovic. Met 23 goals en 10 assists is hij de meest beslissende spits op de Europese velden. Daarnaast zijn er ook nog Angel Di María (10 assists, 9 doelpunten) en Edison Cavani (12 doelpunten).
Een doelpunt scoren tegen PSG blijkt niet geheel onmogelijk. De Franse leider incasseert gemiddeld 0,54 tegendoelpunten per match. Dat is meer dan bijvoorbeeld Atlético Madrid (0,42) of Bayern München (0,48). Méér dan één doelpunt scoren tegen de Parijzenaren is echter bijna onbegonnen werk. Alleen Bordeaux (2-2 in Parijs) en Lyon (de 2-1 overwinning van afgelopen weekend) slaagden daarin.
In vergelijking met de andere grote competities in Europa staat PSG voorlopig wel op nummer één qua doelpuntensaldo. Dat staat op plus 53, en daarmee doen Ibrahimovic en co het beter dan pakweg Barcelona, Bayern of Benfica. Al moet daarbij opgemerkt worden dat de Franse competitie al iets verder gevorderd is en de kans dus reëel is dat die clubs PSG nog bijbenen.
Dé hoofdreden waarom er van spanning absoluut geen sprake is in de Ligue 1 is de afwezigheid van een echte concurrent voor PSG. Nummer twee Monaco won amper 13 van zijn 28 gespeelde wedstrijden, niet eens de helft dus. Geen enkele nummer twee doet slechter. Sterker nog: in Italië, waar de competitie 27 speeldagen ver is, heeft zelfs nummer 6 AC Milan nu al 13 matchen gewonnen. Zelfs Feyenoord, nu ook niet meteen aan een topseizoen bezig, heeft als nummer drie al 12 matchen gewonnen in 25 wedstrijden.